In mijn praktijk melden mensen zich aan omdat ze last hebben van rouwklachten èn met het besef, dat ze er met praten alleen niet uitkomen. Eén van hen is Els.


Ineens weduwe

Els is een tengere vrouw. Ze komt binnen met gebogen schouders en een open schuchtere blik met heldere blauwe ogen. Drie jaar terug is haar man ineens overleden. Haar arts adviseerde kunstzinnige therapie om het rouwproces te ondersteunen.


Plotseling verlies geeft de grootste moeite om te rouwen

Ik merk dat mensen die plotseling een geliefde verliezen de grootste moeite hebben om hun rouw een plek te geven. Alle grond onder je voeten wordt in één klap weggevaagd. Els had geen tijd om afscheid te nemen of tijd om te wennen aan het idee dat haar man in zijn laatste levensfase was aangekomen. Tijdens de intake blijkt dat Els nog meer rouw heeft te verwerken. Ze verloor haar moeder toen zij 5 was, haar vader toen ze 15 was en haar pleegvader toen zij 18 was. Wat een enorme klus, wanneer je bestaansveiligheid keer op keer wordt weggevaagd.


Een vette onvoldoende voor de zomertijd

In haar familie werd er niet gesproken over het verlies. De begrafenis van haar moeder heeft ze als klein meisje meegemaakt. Verder was er veel zwijgen en doorgaan zonder stil te staan bij het verlies. Ik merk dat Els het moeilijk vind om te praten over wat er van binnen met haar gebeurd. Ik vraag aan Els elke sessie wat voor een cijfer ze haar leven geeft die dag. Het cijfer blijft balanceren tussen een kleine voldoende of onvoldoende. In de zomertijd geeft ze een vette onvoldoende. Dan drukken de eenzaamheid en de boosheid het zwaarste. Doordat de mensen om haar heen op vakantie gaan wordt zij nog meer teruggeworpen op haar zelf. Het is doodstil in huis.

Vaak hoor ik dat het 2e jaar van rouw het zwaarst is omdat de eenzaamheid dan nog meer bezit van je leven neemt. Niemand vraagt meer naar je verdriet of mensen vinden dat je niet meer mag klagen. Het is tijd om door te gaan met leven. Vroeger waren er veel rituelen om de gestorvenen te herdenken en je rouw een plek te blijven geven. Maar sinds de 70er jaren zijn veel van deze gebruiken vergeten en is de dood en rouwen in onze Nederlandse cultuur een vreemd fenomeen geworden.


"Ik kan dit niet"

In de tijd dat we samen aan het werk zijn, zegt Els vaak, "ik ben niet creatief" en "ik kan dit niet". Ook in ons contact schuurt het. Ze mag bij mij oefenen in dingen die ze nog nooit gedaan heeft. Door de rouw kom je in nieuw land terecht waarvan je geen kaart bezit. Niemand kan je vertellen hoe lang je rouwt en hoe je rouwt. Er is geen uitgestippelde route bij rouw. De één heeft baat bij huilen en de ander bij boos zijn en fysiek hier een uitingsvorm voor vinden. De één gaat heel hard werken en bij de ander komt er niets meer uit zijn handen en zit alleen maar stil in huis.


Meer kleur toevoegen

De laatste maanden hebben we het pastelkrijt ontdekt. Pastel is geduldig materiaal. Als er iets mislukt kan je het herstellen. Het is zacht aan je handen en maakt dat je weer je hele lijf op een zachte verkennende manier kan gaan bewonen. De laatste tijd hoor ik haar de zin “ik kan dit niet” ook steeds minder bezigen.


Op een dag vraag ik haar om haar cijfer voor de dag eens om te zetten in kleur. Die dag was het cijfer een 3,5. Een grote grijze wolk ontstaat die bijna het hele blad bestrijkt. Van een afstand kijken we er naar. Ik vraag haar wat heeft die wolk nodig? Ze voelt dat er meer kleur aan toegevoegd mag worden. Het wordt paars met roze. Dan vraag ik opnieuw: wat heeft je tekening nodig? Els tekent drie kleine zaadjes, eerst links en dan rechts. Die dag maakt Els een plant met drie gele bloemen.



Een leeg midden verkennen

De volgende sessie laat ik haar de tekening zien en vraag: Is de tekening klaar? Ze vindt dat het in het midden nog leeg is.

We bekijken de tekening nog eens goed. Het valt me op dat de plant rechts 3 gele bloemen heeft. Vaak staan hoeveelheden in een tekening voor het gezin of voor de kinderen en ik gaf haar dit inzicht terug: Zou deze plant met de 3 bloemen staan voor je 3 kinderen? Dat sprak haar wel aan. Maar waar is dan mijn kleinkind? Die wil ik nog wel een plek geven. Een fris plantje met een helder blauw hartje kwam tussen de 2 planten in te staan. Haar kleinzoon heeft ook opvallend helder blauwe ogen. De plant links staat voor haar zelf. Een tengere plant met fijne paarse bloemen.

Weer bekijken we de tekening samen van een afstand. Nu valt het Els op dat de planten zweven. Er is geen grond, geen aarding. Het is precies zoals ze me dat ervoor vertelde. Ze mist grond onder haar voeten in haar leven. O, ja ze herkent het en zegt” ik heb zo’n moeite om te aarden. Ik zit de hele dag in mijn hoofd met mijn negatieve gedachten.” Ik stel voor om de planten aarde, grond te geven en ze maakte een stevige bruine bodem.


Een bovenaards licht

Van een afstand valt ons op dat er boven de grond een soort bovenaards licht straalt. Vaak duidt dit op helderziende of heldervoelende vermogens. Het mooiste wat zichtbaar wordt in de tekening, is dat er een dunne straal licht valt van rechtsboven (het lichte deel van de hele tekening) naar linksonder, naar de plek waar Els’ haar eigen worteltjes in de grond staan. Ze vraagt me ’Geloof jij in toeval?’ Ik zeg ‘Nee”. Ze zegt: “ik heb het gevoel dat dit licht, het licht is wat mijn overleden man mij schenkt om mij vertrouwen te geven dat hij er wel voor mij is. Om mij moed te geven in mijn aardse bestaan.”


Je handen maken zichtbaar 

Wat ik mijn cliënten steeds weer meegeef is, dat het lichaam veel wijzer is dan het hoofd. Door met je handen dingen op papier te zetten wordt zichtbaar wat er in het lichaam leeft. Els gaf het uiteindelijk vertrouwen. Ze heeft de tekening mee naar huis genomen om hem in te lijsten en in haar woonkamer op te hangen. Om zichzelf er elke moment weer even aan te herinneren: toeval bestaat niet.

Reacties

Naam
E-mail*
Uw bericht